NINOVE – Voka Oost-Vlaanderen is ernstig bezorgd over het voornemen van het stadsbestuur om op de laatste drie beschikbare percelen van het bedrijventerrein Doorn-Noord (37.500 m²) de technische dienst te huisvesten.
Het tekort aan bedrijventerreinen in Oost-Vlaanderen is volgens de ondernemersorganisatie alarmerend en in de Denderregio ronduit precair. Uit een recente Voka-studie blijkt vandaag amper 10 ha actief aanbod, waarvan geen enkel perceel groter dan 5 ha. Tegen 2040 zal minstens 162 ha extra ruimte nodig zijn om de economische groei te ondersteunen en tegen 2050 zelfs 265 ha.
Ruimte als hefboom
Zonder ruimte om zich te vestigen hebben ondernemingen geen andere keuze dan weg te trekken en hun groeiplannen elders te realiseren, met gemiste kansen voor nieuwe werkgevers om zich in Ninove te vestigen.
Christel Geltmeyer (regiodirecteur Voka Oost-Vlaanderen): “Door deze schaarse gronden te onttrekken aan ondernemingen laat Ninove een unieke kans liggen, niet alleen voor de stad zelf maar voor de hele Denderregio. Toekomstige welvaart en jobs ontstaan enkel in een vestigingsklimaat waar bedrijven letterlijk de ruimte krijgen om te groeien.”
Alternatieven
Voka Oost-Vlaanderen erkent de nood aan een moderne infrastructuur voor de technische dienst, maar dit mag niet ten koste gaan van de laatste beschikbare bedrijfsgronden. Voka roept het stadsbestuur daarom met aandrang op om het plan te herzien en op zoek te gaan naar een alternatieve locatie voor de technische diensten.
“Wij vragen uitdrukkelijk, dat de stad en SOLVA de resterende percelen behoudt voor ondernemingen, in overeenstemming met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan”, besluit Christel Geltmeyer. “Het is van groot belang die gronden in te zetten om investeringen en jobs mogelijk te maken, niet om stedelijke diensten te verplaatsen. Alleen door strategische keuzes en een verantwoord ruimtegebruik kan Ninove zich verder ontwikkelen tot een aantrekkelijk economisch knooppunt in de Denderstreek.”
Info: lees ook ‘Zoektocht naar nieuwe locaties voor stadsdiensten’.
MLI