NINOVE – De oppositie was bepaald niet te spreken over de werking van de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS). “Die raad werkt niet, maar het geld moet blijkbaar op”, aldus Guy D’haeseleer (Forza Ninove). Wat schepen Vande Winkel (Samen) ontkende: “Elk dossier wordt nu op een transparante manier beoordeeld.”
De GROS bestaat sinds eind 2014, maar kreeg in het (recente) verleden al enkele keren te maken met kritiek over de werking of het gebrek daaraan. Ook nu weer tijdens de gemeenteraad van 20 juni j.l.
Schepen voor ontwikkelingssamenwerking Wouter Vande Winkel stelde voor om de deadline voor de indiening van subsidieaanvragen bij de GROS uit te stellen naar 15 augustus 2019. De ‘oude’ GROS zou (bij gebrek aan een nieuwe raad) de projectaanvragen van 2019 adviseren volgens het bestaande subsidiereglement en de eventuele restpot vervalt. De GROS wilde wel de subsidiebedragen optrekken van maximaal € 3.000 naar maximaal € 5.000.
Reden voor de afwijking volgens de schepen: “Door personeelstekort waren we niet in staat om subsidies toe te kennen.”
Geen adviesraad
Guy D’haeseleer had daarover een andere mening: “Er zijn geen handelende voorzitter noch secretaris. Er is geen bestuur, kortom de GROS is geen adviesraad. Dit is toch wel een heel amateuristische aanpak. Laat de werking van de GROS eerst doorlichten, want die is met veel poeha aangekondigd, maar functioneert niet. Stel dit punt uit.”
Zijn partijgenoot Rudy Corijn zag dat ook zo. “De GROS wordt niet gedragen door de gemeenteraad. Mondelinge subsidieaanvragen: de pot moet op. Als een vereniging te laat een dossier indient, krijgt ze het dus zomaar in de schoot geworpen. Dit is geen behoorlijk bestuur.”
“Jammer dat jullie er zo over denken”, repliceerde schepen van sociale zaken Veerle Cosyns (Samen). “Er was geen ambtenaar beschikbaar en dus moesten wij eerst iemand vrijmaken om de dossiers te behandelen. Er waren twee aanvragen en daarom stellen wij die deadline uit. Dergelijke projecten kosten veel geld. Dat zij meer subsidie krijgen is maar logisch, al blijven het peanuts.”
Dat er in het verleden fouten gebeurden, gaf zij toe. “Een medewerker en een dagelijks bestuur, die kunnen een goede werking garanderen. We zullen nu zien. Als het niet verbetert, stoppen wij ermee.”
Maar ook zij kon de oppositie niet vermurwen. D’haeseleer: “Het kan toch niet dat alles in duigen valt als één medewerker wegvalt. In elke dienst moet je verschillende mensen hebben voor de basisinformatie. Dit is nu geen manier van werken.”
“Die dossiers zijn trouwens nooit dik”, vulde Corijn hem aan. “Vond je echt niemand die deze enkele dossiers kon behandelen?”
Er kwamen nog wat oude koeien uit de sloot gekropen over hoe het er vroeger aan toe ging. Maar dit bracht geen zoden aan de dijk en zorgde enkel voor meer wrevel, ook binnen de meerderheid.
Uiteindelijk verwierp deze meerderheid het voorstel om dit punt uit te stellen en stemde ze in met het voorstel van de schepen.
MLI
